Als ik aangeraakt word…
Aanraking is in therapie bij ontwikkelingstrauma het meest directe en het meest provocatieve. Dat was een van de uitspraken waar de NARM Touch training mee startte. Enerzijds het meest natuurlijke dat bestaat, anderzijds (voor sommigen) de grootste trigger.
Ik zou er zoveel over kunnen zeggen. Maar het krachtigste is misschien wel mijn eigen ervaring.
Ik lig op de behandeltafel voor een demosessie…ik ben nieuwsgierig naar wat het gaat brengen, maar mijn lichaam vertelt me ook iets anders. Mijn benen trillen en de angst in mijn lichaam is hoog. We onderzoeken waar de angst voor staat en mijn lichaam mag doen wat het doet.
Mijn wens is te onderzoeken hoe ik me vrijer kan voelen ten aanzien van mijn eigen impulsen die met aanraking te maken hebben. Kan ik contact maken met waar ik behoefte aan zou hebben? Wat aangenaam voor mij zou zijn? Maar nog wezenlijker, kan ik het in contact brengen met de ander. Ervoor uitreiken.
Deze impulsen voelen, ervoor uitreiken, het antwoord aannemen en binnen laten komen horen bij onze vroegste ontwikkeling. Toch kan er van alles in de omgeving aan de hand zijn geweest, waardoor juist deze ontwikkeling niet goed verlopen is.
We kunnen stoppen met ruimte innemen, we kunnen stoppen met uitreiken met onze behoeften, we kunnen ‘besluiten’ de ander daar niet voor nodig te hebben….
En dit is maar een handje vol overtuigingen die zich op onbewust niveau ontwikkelen wanneer de omgeving onvoldoende is afgestemd op wat je als kleintje nodig hebt.
NARM spreekt over dat we deze overtuigingen in ons lichaam vasthouden in vormen van spanning en/of collaps. Liggend op de tafel, was precies dat nog meer voelbaar.
We hadden uitgebreid de tijd genomen om te kijken wat ik nodig had om me voldoende veilig en dus ook nieuwsgierig te voelen om de volgende stap te zetten. Hij zat naast me en bood zijn hand aan. Ik kreeg alle tijd om te voelen welke impuls er waarneembaar was en wat mijn behoefte zou zijn.
Het werd leeg in mijn hoofd. Ik zag zijn hand en er was (leek in elk geval) niets in mij wat iets met die hand wilde doen. Terwijl ik in mijn hoofd heel goed wist dat dit alles behalve vrij, open, speels en nieuwsgierig voelde.
“raak me nou maar gewoon aan”, hoorde ik mezelf denken. En even later zei ik het ook hardop. Meteen voelde ik ook dat dit niet kloppend was. De gedachte was wel logisch. Want dat was een bekende. Doe maar gewoon, ik onderga het wel en kan dat prima verdragen.
Ik zat er middenin. In het kerndilemma, waarbij ik twee opties had. De oude overtuigingen volgen; maar laten gebeuren en ondergaan / juist afsluiten en niets nodig hebben óf het diepe verlangen er een nieuwe ervaring in op te doen, maar dan gelijktijdig met alle emoties en spanning in mijn lijf een weg moeten vinden.
We namen de tijd voor dat laatste. Want daar is de groei mogelijk. En daar zat mijn wens.
Het voelde alsof ik op de rand van de duikplank sta. Voor de eerste keer. Ken je dat gevoel? Je besluit de trap op te lopen en niet naar beneden te kijken als je boven bent. Je wilt je niet laten kennen, loopt over de plank naar voren en voelt als hij wat heen en weer beweegt de spanning in je lijf toeneemt. Met je tenen net over de rand voel je hoe je aandacht ineens naar beneden getrokken wordt. 10 meter diep! De angst slaat in je lijf en je hebt twee opties….
Ik pak de hand van de docent en leg hem snel op mijn bovenarm. Pfff, gelukt! “Slowly, slowly!” hoor ik hem ergens in de verte nog zachtjes zeggen.
Ik was al lang blij dat ik over die drempel heen was, maar hij had gelijk. Wat ik zojuist deed was een handeling, volledig uit contact met mezelf. Omdat ik besloten had ‘dat maar gewoon even te doen’.
Tegelijk was het gebaseerd op de ervaring uit de oefening van de dag ervoor. Dat was prettig, waardoor ik er op terug kon vallen.
Een impuls voor iets anders… die was er niet. Tot…. de docent herinnerde me aan mijn werk met kleine kinderen. Hoe natuurlijk die beweging daar is. Ergens diep in mij voelde ik heel even de mist verdwijnen en een impuls ontstaan. Vluchtig, maar lang genoeg om hem in de gaten te hebben. Met mijn rechterhand pakte ik de hand van de docent en legde zijn hand op mijn linkerhand op mijn buik. Met aandacht.
Heel langzaam voelde ik het contact van zijn hand door mijn hand geleidelijk door mijn lichaam glijden. Het trillen nam af en mijn lichaam kwam tot rust, heel langzaam en in kleine golfjes.
Ik merkte hoe ik mezelf nog afvroeg waar ik met mijn aandacht was. Bij hem, “is dit wel oke? Mag dit wel?” Maar ook bij mezelf. “Durfde ik te vertrouwen op dat hij zijn eigen grens wel aan zou geven?”
Er kwam verdriet. Rouw over hoe ik dit gemist had. En boosheid. Over dat dit niet zo had moeten zijn. Dat ik ooit wat anders nodig had gehad dan destijds beschikbaar was. Het trillen nam af. Door de sessie heen, elke keer een beetje meer, zodra ik iets belangrijks had uitgesproken. Mijn lichaam reguleerde zichzelf als de aandrijver van de spanning werd erkend.
Door ook hier weer de tijd voor te nemen ontstond er een verschuiving in mijn overtuiging. Ik kan nu wel aangeven wat ik nodig heb en kan (bij mezelf) blijven.
Ik kom niet alleen maar iets halen. Hij was niet alleen maar aan het geven. We waren er allebei en in dit gezamenlijke contact kon iets nieuws ontstaan. Tussen twee volwassenen in de ruimte.
Iets nieuws, dat zowel voor mijn hoofd én mijn lichaam te bevatten was.
Door deze ervaring, stapje voor stapje door te maken. Door telkens het impliciete expliciet te maken, kon er top-down, bottum-up een verschuiving plaatsvinden. Een dis-identificatie van een oude overtuiging en oud patroon. Een stukje herstel in meer verbonden zijn met mezelf én de ander.
En het mooiste, dat door zo zorgvuldig met dat dilemma om te gaan, de regulatie steeds vanzelf ging zodra ik me in het hier en nu op een andere manier tot mezelf ging verhouden. De drijvende kracht en de emotionele reacties hebben in NARM de focus.
Het voelt kwetsbaar om dit te delen. Dat was de nacht na de sessie heel merkbaar. Ik werd regelmatig onrustig wakker. “Ik heb teveel ruimte ingenomen. Ik ben toch al veel verder in mijn proces?! Ik had niet zo moeilijk moeten doen. Hoe kan ik dit ervaren én ook een succesvolle therapeut zijn?”
Een variatie aan oude overtuigingen kwamen voorbij én tegelijk kon ik ook voelen dat ik deze nu niet meer hoef te geloven, ze niet voor waar aan hoef te nemen. Ik kwam weer tot rust en viel weer in slaap.
Het blijft wonderlijk. In contact komen met zo’n diepe kwetsbaarheid en op het volgende moment in alle rust en aanwezigheid een sessie aan een groepsgenoot kunnen aanbieden. Toch blijf ik keer op keer zeggen; als wij bereid zijn díe diepte in onszelf op te zoeken, kunnen we ook de ander écht ontmoeten waar het het moeilijkst is.
13-05-2023, Linda Riemsdijk
#ontwikkelingstrauma #heling #aanraking #NARM #containment #emotionalcompletion #behoeften #impulsen #groei #persoonlijkeontwikkeling #professioneleontwikkeling